Brands binnen Deployteq zijn verschillende databases in jouw portal. Dit is bijvoorbeeld wanneer met je meerdere merken in jouw portal werkt. Zo kun je bijvoorbeeld nooit de mensen mailen van het andere merk. Wees je er wel van bewust dat het kopiëren van e-mails niet net zo makkelijk gaat over de verschillende brands heen, dan binnen eenzelfde brand. Mocht je niet zeker weten of een nieuwe brand voor jou de juiste oplossing is, laat het jouw accountmanager of de supportafdeling even weten. Wij denken graag met je mee. 
Wanneer je de juiste rechten hebt, kun je in ieder geval een nieuwe brand aanmaken binnen jouw portal. Hier zijn meerdere onderdelen die je kunt invullen die van belang zijn voor de juiste inrichting. We leggen per onderdeel uit wat de verschillende opties zijn en waar ze worden gebruikt. 




Om een nieuwe brand aan te maken, ga je allereerst naar het menu-item Brands onder beheer. Als je deze niet hebt, kan het zijn dat je de rechten hiervoor niet hebt gekregen, neem dan contact op met je portal administrator.
Wanneer je in het brand management zit, klik je linksboven op 'Brand Toevoegen'.

In het eerste tabblad Voorkeuren geef je de naam van de brand op. Hier kun je ook een korte beschrijving toevoegen over de brand. 

Daarna kun je aanvullende informatie kwijt in de beschikbare tabbladen:


  • Voorkeuren (Algemene Brand beschrijving en voorkeuren)
  • Support & Contact (Gegevens van contactpersoon en Support Informatie voor deze brand)
  • SMS instellingen (mits geactiveerd)
  • Mailing types
  • Sociale Netwerken (Accounts van Sociale Netwerken beheren)
  • Brandopties
  • Conversiemeting
  • Ontdubbelinstellingen
  • Tags

Het is aan te raden per tab op te slaan, zodat je niet per ongeluk de ingestelde gegevens verliest.

Brand informatie

  • Brandnaam:
    De naam van de brand, dit veld is verplicht en moet uniek zijn.
  • Beschrijving:
    Een uitgebreidere omschrijving van de brand.
  • Brandlogo of -afbeelding:
    Aan de rechterkant kan het brandlogo worden geplaatst, door op de afbeelding te klikken.
    Als er al een logo staat, kun je erop klikken om het te wijzigen of te verwijderen.


Voorkeuren

  • Taal:
    De standaardtaal van de brand. Indien de gebruiker zelf geen taal heeft geselecteerd, wordt deze taal gebruikt.
    De keuze is alleen voor de gebruiker. Het heeft geen invloed op campagnes, e-mail, formulieren en dergelijke.
  • Tijdzone:
    De tijdzone van de brand, deze zal alleen worden gebruikt indien er geen tijdzone is gekoppeld aan de gebruiker.
    Deployteq zal alle tijden aanpassen zodat deze overeenkomen met de geselecteerde tijdzone.
  • Karakterset:
    Deze karakterset wordt gebruikt bij het versturen van content en bij imports en exports. Over het algemeen wordt Universal (UTF-8) hier gebruikt.
    Indien er geen karakterset aan een gebruiker is gekoppeld zal Deployteq de karakterset gebruiken die aan een brand is gekoppeld.
  • Alternatieve foutpagina:
    Hier kan een eigen foutpagina ingesteld worden.
    Wanneer er een fout optreedt tijdens een campagne, bijvoorbeeld door een verwijderde pagina, dan wordt de pagina getoond die hier is opgegeven. Hier kan je bijvoorbeeld de 404 pagina van je website gebruiken.
  • Afmeld-proces:
    Hier kan een standaard afmeldcampagne worden geselecteerd. Wanneer het niet anders wordt aangegeven in de individuele content, wordt deze campagne gebruikt om klanten af te melden. 
  • Bounceproces:
    Net als het afmeldproces, kan hier een standaard bounce proces worden geselecteerd. Uiteraard worden bounces door Deployteq al goed afgehandeld, maar je kan bijvoorbeeld een campagne aanmaken die op een bounce mensen uit bepaalde groepen haalt, of juist ze aan een groep toevoegt. 
  • Activeer integratie met Google Analytics:
    Wanneer aangevinkt, dan kun je voor deze brand op het tabblad Clickthroughs in je e-mail content gebruikmaken van extra velden om deze te koppelen met je Google Analytics campagnes.
  • Activeer LiveImages (optioneel):
    Dit vinkje is alleen beschikbaar als de module LiveImages wordt afgenomen.
    Let op! Door dit vinkje te plaatsen, wordt voor deze brand de module geactiveerd.
  • Activeer SalesForce (optioneel):
    Dit vinkje is alleen beschikbaar als de module SalesForce wordt afgenomen.
    Let op! Door dit vinkje te plaatsen, wordt voor deze brand de module geactiveerd.

Support & Contact

Deze informatie wordt getoond in de widget support op het dashboard van de gebruikers. Wanneer hier niets wordt ingevuld, worden de standaard gegevens van Deployteq Support getoond. Echter wanneer een eerste contactpersoon iemand binnen de organisatie is, bijvoorbeeld, en niet direct wordt geschakeld met Deployteq Support, kan je hier de gegevens invullen van deze personen.

Mailingtypes

Tijdens het versturen van de mail is het mogelijk om een extra typering aan je mailings toe te voegen. Zo kan je bijvoorbeeld onderscheid maken tussen commerciële en transactionele mails. Maar je kan het nog verder uitdiepen naar nieuwsbrief, weekaanbiedingen, service mails, etc.

In Deployteq hebben we er al een aantal voor je voorgedefinieerd, maar je kan hier ook je eigen types aan toevoegen. Wanneer je deze trouw gebruikt in al je campagnes en mailings, zal je hier mooie rapportages op kunnen draaien. Zo kan je bijvoorbeeld zien hoeveel mails er per maand van dit type uit gaan, maar in onze Analytics, kan je ook zien hoe deze mails presteren. Een transactionele mail wordt over het algemeen bijvoorbeeld goed geopend, maar weinig geklikt. Dit kan je dan scheiden van je commerciële mails, die weer hele andere resultaten zullen hebben.

Brandopties 

Uiteraard wil je zo veel mogelijk personaliseren in je mails en campagnes. Hiervoor geven we in Deployteq de optie om klantoptie- en campagnevelden toe te voegen. Brand opties zijn niet per klant, maar per brand in te stellen, waardoor je deze kan gebruiken over de verschillende campagnes en mails heen. Zo kan je bijvoorbeeld standaard UTM's instellen en in de template laten opnemen, wanneer je deze wijzigt wordt het automatisch voor alle mailings gewijzigd. 

 

Brandopties in campagnes

Ook kunnen brandopties gebruikt worden in campagnes in conditie-objecten bijvoorbeeld. 

Wanneer je de brandopties hebt gedefinieerd in de brandmanager, kunnen deze variabelen gebruikt worden in het conditie-object van de Campaign Designer. Zo kan je bijvoorbeeld automatische campagnes laten reageren op een waarde in de brandopties. 

Wil je bijvoorbeeld meerdere campagnes tegelijk pauzeren? Definieer dan een brandoptie “Pauze” met de waarde “Ja” en controleer hierop in de verschillende campagnes door middel van het conditieobject. Je kunt de campagneflow weer verder laten gaan door de brandoptie 'Pauze' daarna op 'Nee' te zetten.


Brandopties gebruiken in e-mails en formulieren

De gedefinieerde brandopties kunnen ook gebruikt worden om te tonen in e-mails en formulieren.
Zo kun je bepaalde teksten die op meerdere plekken terug moeten komen, maar toch af en toe veranderd moeten worden, als brandoptie definiëren. Op deze manier wordt het heel eenvoudig om je wijzigingen in één keer door te voeren voor alle contents en formulieren.
Je gebruikt de brandopties door in de template de code $brand.VariabeleNaam op te nemen, waarbij 'VariabeleNaam' de naam van de brandoptie is die je hebt gedefinieerd.

Hieronder een voorbeeld waar het gebruikt wordt als achtergrondkleur en in de tekst:

Ontdubbelinstellingen

Op deze tab vind je drie opties. Deze settings worden gebruikt bij het importeren van klanten. De default setting is 'standaard ontdubbelen uitzetten'. Het is een handige functie om te voorkomen dat iemand per ongeluk de database 'verpest' door een verkeerde import. Hieronder leggen we uit wat de drie settings doen:

Standaard ontdubbelen uitzetten
Met deze setting controleert Deployteq nergens op ontdubbelinstellingen. Op het moment dat je een klantenimport doet en er bij stap 4 geen enkel veld als uniek is gemarkeerd, dan zal het systeem wél de volgende waarschuwing geven: 

Mocht je hier voor 'Ja' kiezen dan zal de import gewoon worden geaccepteerd.

Toon waarschuwing
Als er is aangegeven welke velden er als ontdubbeling verwacht worden (b.v. e-mailadres of klantnummer of een combinatie van velden) dan zal de Import Wizard je veldinstellingen vergelijken met de velden die hier zijn opgegeven.
Als niet minimaal al deze velden als uniek zijn gemarkeerd dan zal Deployteq een waarschuwing geven dat er niet voldaan wordt aan de ontdubbelinstellingen en vragen of of je zeker weet dat je door wil gaan met deze instellingen.


Hier is in de Brandinstellingen ingesteld dat er een waarschuwing moet komen op het veld e-mailadres:


Maak verplicht
Deze setting werkt hetzelfde as 'Toon waarschuwing', maar in dit geval kan je niet verdergaan tot er aan de ontdubbelinstellingen wordt voldaan.

Conversie meten

Binnen Deployteq kan je natuurlijk de opens en kliks meten in jouw mail. Mooier zou zijn, dat je kan zien wanneer jouw klant een bepaalde pagina heeft bereikt na het klikken in de mail. Dit kan een bedankt pagina zijn na het invullen van een formulier of zelfs de bevestigingspagina van een bestelling. De klant heeft de gewenste actie gedaan en dat is een conversie. In de resultaten van jouw mailings kunnen we dit terug laten komen door een simpel conversie meetscript te kopiëren in jouw website. Zodra het script wordt geladen op de gewenste pagina, krijgt Deployteq een seintje dat er conversie is gemeten.
Op de algemene voorkeuren van de brand kan je het vinkje 'Activeer conversiemeting' aanzetten, waardoor je een extra tablad 'Conversiemeting' krijgt voor de betreffende brand.

In het tabblad Conversiemeting kan je vervolgens de volgende elementen zien:

  • Een vinkje, die zorgt dat alle links in jouw e-mails standaard worden gemeten. Dit is per mail te overschrijven om enkele links te gebruiken
  • Standaard sleutelwoorden zijn woorden die terug komen in de rapportages. Per mail kan je inrichten welke sleutelwoorden op welke links worden gezet, maar je kan er hier ook een aantal standaard laten invullen op alle links.
  • Vervolgens komt eronder een voorbeeld van de Javascript code die gekopieerd kan worden of de SOAP-call die gebruikt moet worden op de website.

Meer uitleg over ROI conversie vind je in deze handleiding. 


Clickthroughs

In de mails kan je naar het tabblad clicktroughs. Naast je UTM codes voor Google Analytics, kan je hier ook de conversie sleutelwoorden invullen voor een enkele link. 

Wanneer je naar dit tabblad gaat, zal je de sleutelwoorden zien die je in je brand hebt ingesteld. Deze kan je in de mail, per link, aanpassen. Zo kan het zijn dat een bepaalde link niet als conversie een order heeft, maar een aanmelding. Zet het vinkje voor conversiemeting aan en haal je de standaard woorden weg en kan je er bijvoorbeeld nieuwsbrief_aanmelding van maken. Let hierbij wel op dat het geen wildgroei aan woorden wordt. Dit wordt namelijk steeds moeilijker analyseren. Bepaal van te voren in je team welke woorden gebruikt kunnen worden en houd je daaraan, zodat het overzicht bewaard blijft en resultaten ook goed gemeten kunnen worden. 

Het verwerken van een mailto link of telefoonnummer in de content van je mail is mogelijk, maar de klik op deze link is niet meetbaar. Een mailto link of een klik op een telefoonnummer is namelijk geen echte link. Het is een opdracht voor het operating system van je computer/mobiele telefoon om een applicatie te starten. 

Indien de mailto link of het telefoonnummer niet functioneert: controleer het Clickthrough overzicht van je e-mail en schakel de Clicktrough van de mailto link of het telefoonnummer uit middels de checkbox. 

Javascript

Als in de nieuwsbrief op een link wordt geklikt, wordt in de URL de parameter ('clangct') meegestuurd om de klik te kunnen volgen. Deze toevoeging aan de link is een veilige manier om terug te koppelen aan Deployteq om welke mail en welke link het gaat. Hiervoor hebben we het Javascript nodig die we je in de brandinstellingen hebben gegeven. Deze haalt dit stukje uit de link en stuurt dat weer terug naar Deployteq. Uiteraard kan jouw webdeveloper hier stukken aanpassen om het in de website te laten passen, daarom zetten we hieronder in het kort wat de verschillende onderdelen van het script doen. 

Allereerst hebben we dit stuk in het script nodig om de details achter 'clangct' terug te sturen naar Deployteq. Op die manier kan die weer herleiden welke mail de conversie heeft gekregen.

<script type="text/javascript" src="//secure.myclang.com/pub/resources/extern/js/clang.js"></script>
<script>
//meet automatisch aan de hand van de url argumenten
clang.conversion.track();
</script>

Naast deze Javascript code moet er nog een ander deel worden toegevoegd. Afhankelijk van de wensen zijn er de volgende 3 alternatieven:

1. Alle term(en) met waarde 1 opslaan

Als alle termen dezelfde conversie waarde hebben: 1, dan kan je onderstaand script toevoegen.

<script>
//meet automatisch aan de hand van de url argumenten
clang.conversion.init('*************');
clang.conversion.track();
</script>

Opmerking

Deze code werkt ook alleen als de 'clangct'-parameter nog in de URL aanwezig is. Deployteq meet alleen term(en) die worden meegestuurd.


2. Term(en) met zelfgekozen waarde opslaan (parameter aanwezig in URL)

Stel dat je de term nieuwsbrief abonnee minder waard vind dan een order en dat graag terug wilt zien, kunnen we dat aan het script toevoegen. Hier worden alle termen opgesomd met de zelf ingestelde waarde. 

<script>
 //meet met aangepaste keyword/value maar met het id uit de url
 clang.conversion.init('*************');
 clang.conversion.track({keyword: value});
 </script>

De opgegeven term(en) in Deployteq (bijv. 'omzet') moet(en) op de plaats van 'keyword' komen. Vervang 'value' door de mee te sturen waarde.


Opmerking

Deze code werkt ook alleen als de 'clangct'-parameter nog in de URL aanwezig is. Deployteq meet alleen term(en) die worden meegestuurd.

3. Term(en) met zelfgekozen waarde opslaan (parameter niet aanwezig in URL)

Wanneer het op de website niet mogelijk is om de 'clangct' details in de link te behouden, bijvoorbeeld door eigen scripts of doorverwijzingen in de website, kan de parameter opgevangen worden en in het script worden meegenomen. De code ziet er dan als volgt uit. 

<script>
//meet met aangepaste keyword/value en id
clang.conversion.init('*************');
clang.conversion.track({keyword: value}, uniqueid);
</script>

De variabele 'uniqueid' moet gevuld worden met de 'clangct'-parameter. Het 'keyword' en de 'value' moeten op de zelfde manier gevuld worden als bij de variant waarbij de parameter nog in de URL staat.


Opmerking

Deployteq meet alleen term(en) die worden meegestuurd.

Bedragen meesturen

Het is ook mogelijk om de exacte bedragen van een order mee te sturen. Hier is wat extra werk voor nodig door jouw webdeveloper. Hier kan de prijs uit de order in het script worden verwerkt en meegestuurd worden naar Deployteq. Zo werk je niet met gemiddelden voor orderwaarde, maar echt met de omzet die door de mail is gegenereerd. 

Hierbij is het belangrijk te weten dat er alleen getallen kunnen worden opgeslagen in Deployteq. Het is dus niet mogelijk om valuta of teksten terug te sturen. Als er getallen met decimalen worden teruggestuurd, mogen deze alleen een punt als scheidingsteken voor decimalen hebben. Er mogen geen andere tekens (zoals komma’s) in staan.

Om de overbodige leestekens te verwijderen, kan het volgende stuk code worden gebruikt om het bedrag om te zetten naar een valide getal voor Deployteq

 clang.conversion.formatNumber(value,'thousandSep','decimalSep');
 

Voorbeeld

Om het bedrag 12.899,95 om te zetten dient de volgende code gebruikt te worden. clang.conversion.formatNumber('12.899,95','.',','); Dit zal “12899.95” opleveren.

Belangrijk

Zoals je misschien hebt gezien is in elk stuk code de volgende regel aanwezig:

 clang.conversion.init('*************'); 

Dit stuk code wordt gebruikt om te bepalen voor welke portal/brand de meting moet worden uitgevoerd. Eerder heb je gezien dat we een voorbeeldscript geven in de brandmanager op het conversiemeting tabblad. Hier staat een daadwerkelijke code die jouw brand identificeert. Gebruik dit in plaats van de '*************'

Een ander vereiste is de 'clangct'-parameter. Als deze parameter niet in de URL staat en deze wordt niet in het Javascript meegestuurd, dan wordt de meting genegeerd.

De parameter 'clangct' meesturen binnen webshop

Wanneer iemand klikt in de mail komt de klant in eerste instantie op een landingspagina. De conversie gebeurd vaak pas later in de website. Dan willen we wel dat de parameter die meegestuurd wordt vanuit de mail nog steeds beschikbaar is wanneer ze, bijvoorbeeld, de bestelstraat hebben doorlopen. Om dit werkend te krijgen binnen jullie website, zal dit stukje script op alle pagina's gekopieerd moeten worden. Op deze manier wordt er gezorgd dat de gegevens die worden meegestuurd, ook nog beschikbaar zijn na het doorklikken van jouw klant.

<script type="text/javascript" src="//secure.myclang.com/pub/resources/extern/js/clang.js"></script>
<script>
//OPTIONEEL: Voorzie alle links in het document van de clangct-parameter indien deze
//gevonden wordt in de url van de huidige pagina
clang.conversion.initLinks();
</script>

Dit is vooral van toepassing op de eerste twee variaties, omdat deze variaties voor de terugkoppeling naar Deployteq de 'clangct'-parameter in de URL verwachten.

Tags Beheren

Vanuit de mail kan je ook informatie verzamelen over de klik. Hiervoor gebruiken we tags. Deze tags worden toegevoegd aan een link en wanneer jouw klant klikt op die link, wordt deze tag geregistreerd in de algemene rapportages van de mail, maar ook bij de klant. Zo kan je na een aantal kliks op eenzelfde categorie, bijvoorbeeld wintervakanties, of verre reizen, een voorkeur gaan registreren bij de klant. Indien een ontvanger meerdere malen heeft geklikt op een link met dezelfde tag, is die persoon waarschijnlijk geïnteresseerd in dat onderwerp en kun je een gepersonaliseerde campagne starten. 


Deployteq Tags zijn ongerelateerd aan Google Analytics UTM Tags, deze tags staan los van elkaar.

Tags kunnen vervolgens weer gebruikt worden in profielen, om alleen de mensen aan te schrijven die een bepaalde interesse hebben getoond. Maar ook op variaties in de mail, zodat je een hoofdbanner kan aanpassen naar de interesses van de klant. 

De tags zijn vooral nuttig, wanneer er niet té veel zijn, maar bijvoorbeeld alleen een aantal categorieën. Hoe meer tags je hebt, hoe moeilijker er een hoofdinteresse uit kan komen bij een klant, waardoor je nog niet heel persoonlijk kan mailen. Daarom is het verstandig eerst een aantal tags te definiëren met je team en deze in de brandmanager vast te leggen, zodat jouw collega's uit deze lijst kunnen kiezen. 

Binnen dit onderdeel kan je inzien welke tags zijn aangemaakt in de brand en het aantal keer dat deze zijn ingezet in de verschillende contents van Deployteq. De kolom 'klanten' geeft aan hoeveel unieke klanten gekoppeld zijn aan de betreffende tag.


In het onderdeel "Klanten" kan op relatieniveau ingezien worden welke tags zijn gekoppeld aan een relatie en het gewicht. Daarbij wordt het gewicht opgebouwd op basis van de onderstaande puntentelling:

ObjectGewicht
Klik op een link (Clicktroughs)3 punten
Block variation (Legacy e-mails)2 punten
Block container (Legacy e-mails)1 punt
Legacy e-mail ontvangen1 punt

Voorbeeld

Elke klik op een link met een tag is drie punten waard (het 'gewicht'). Mocht de ontvanger in een latere mail weer klikken en de bewuste tag bestaat al voor die klant, dan wordt het bestaande gewicht simpelweg verhoogd met drie punten. Binnen Profielen kunnen klanten geselecteerd worden die een minimaal gewicht hebben voor een specifieke Tag, binnen een afgekaderde periode. Het ingestelde gewicht bepaalt dus het minimale aantal kliks (bijv: 12 punten = 4 kliks).