Binnen Deployteq worden Start Objecten gebruikt om een Campagne flow te starten. Deze start kan automatisch gebeuren, op een ingestelde tijd of nav een binnenkomende 'gebeurtenis' (zoals een klant die klikt of zich inschrijft op de website). De verschillende objecten staan hieronder uitgewerkt.
Start op tijdstip Je kunt een pad in de Campagne laten starten op een door jou vooraf bepaalde tijd met het object 'Start op Tijdstip'. | Je geeft het object een naam. Vervolgens kun je kiezen tussen twee soorten startmomenten: Campagne Start of Statisch. Wanneer je kiest voor Campagne Start, betekent dit dat het pad start zodra je de campagne aanzet. Als bij de campagne-instellingen de startdatum wordt veranderd, verandert dit startmoment mee. Voor Statisch geef je een vaste datum en tijd aan. Dit kan ook op een tijdstip zijn nadat de campagne al begonnen is. | |
Start bij gebeurtenis Het object 'Start op Gebeurtenis' geeft het startpunt van een Campagnepad aan. In tegenstelling tot het object 'Start op Tijd' wordt het startpunt niet bepaald door een vooraf ingestelde tijd, maar wanneer er een gebeurtenis plaatsvindt. Dit kan bijvoorbeeld een 'Bounce' zijn uit een QuickMail, of een Afmeld-traject op het moment dat een relatie op 'Afmelden' klikt. Het object 'Start op Gebeurtenis' kan daarnaast gebruikt worden om een campagnepad te starten aan de hand van een formulier dat niet binnen Deployteq is gedefinieerd, maar op de website van de relatie. Het object kan de waarden uit je formulier uitlezen en beschikbaar maken binnen de campagne, zodat ze binnen Deployteq verwerkt kunnen worden. Het object 'Start op Gebeurtenis' is standaard het beginpunt van een Campagne, op het moment dat er een 'Bounce' of 'Unsubscribe'-proces wordt aangemaakt met de Campagne Designer. | Het ‘Start op Gebeurtenis’ object heeft een URL. Wanneer je een formulier met een iframe in je website plaatst, kan je het beste de URL van dit startobject gebruiken. Deze wijzigt namelijk niet, ondanks dat je misschien een andere pagina gaat gebruiken of een extra actie wilt uitvoeren voordat de klant op de landingspagina komt. Bovendien kan je variabelen instellen die je kunt opslaan in omgevingsvariabelen. Deze kunnen met de URL worden meegegeven. | |
Start Periodiek Je kunt een pad in de campagne laten starten op een vooraf ingestelde datum en tijd met een herhaling interval. | Geef het object een naam en stel het start moment in. Als je kiest voor 'Campagne Start', betekent dit dat het pad start zodra de campagne live gaat. Als bij de campagne-instellingen de startdatum wordt veranderd, verandert dit startmoment mee. Voor Statisch geef je een vaste datum en tijd aan. Dit kan ook op een tijdstip zijn nadat de campagne al begonnen is. Vervolgens stel je de herhalingsinterval in en eventueel de einddatum van deze interval. | |
Start bij SMS Met het object ‘Start bij SMS’ kan een Campagne gestart worden via een inkomende SMS (inbound). | In dit object moet ingesteld worden na welk Keyword de campagne gestart moet worden. Een ‘Start bij SMS’ object kan op meerdere Keywords reageren. | |
Stop campagne Het stopobject maakt het mogelijk om een campagne te stoppen. Dit kan doordat een relatie een bepaald pad bewandeld binnen de campagne of een bepaalde tijd d.m.v een timer. Gebruikers die de campagne benaderen nadat de campagne gestopt is zullen doorverwezen worden naar de "Einde URL" van de campagne. | Je hoeft niets aan dit object te configureren. | |
Eigen campagneobjecten | ||
Start Object Met dit object start je het pad in jouw eigen campagne-object. | Je hoeft niets aan dit object te configureren. | |
Beëindig Object Het beëindig Object maakt het mogelijk om in een specifieke flow binnen een campagne, het vervolg voor die specifieke klant te stoppen of juist door te verwijzen naar een andere campagne. Lees hiervoor ook de uitleg in de handleiding over 'het maken van eigen objecten'. | Geef het beëindig object een naam om deze te kunnen gebruiken als uitgang van jouw eigen object in een andere campagne. De naam die je dit object geeft wordt een eigen uitgang in het object. |