Ga naar Templates in het menu, en kies daar voor Nieuw Template (indien je hier voor bent geautoriseerd).


Geef je template een naam en klik op OK. 

Bij de template-editor is het scherm opgedeeld in een gedeelte voor de code en een gedeelte waarin een voorbeeld van de getypte code is te zien. 

Het opstellen van templates zal gebeuren in HTML. Bij het samenstellen van de e-mails heb je daarentegen geen HTML-kennis meer nodig hebben. Je kunt objecten rechtstreeks in de zone slepen en de lay-out kiezen. Na het invullen van de objecteigenschappen zie je direct hoe dit er in de e-mail uitziet.

Nadat je de HTML broncode van je template in Deployteq heb geplaatst zal de template in het previewscherm getoond worden. Vervolgens is het mogelijk om je basistemplate op te delen in zones.

Bij het maken van een template met zones, maak je eigenlijk een sjabloon voor je e-mail. Een zone is een kader binnen je template, gereserveerd voor objecten. In de detailpanel van je template-editor kun je per zone aangeven welke objecten erin geplaatst mogen worden. Het is mogelijk om per object een aantal lay-outs te selecteren.


Aanmaken nieuwe zone


Voor het aanmaken van een nieuwe zone selecteer je het desbetreffende stuk HTML code welke je als variabele zone wilt instellen. Er zijn twee mogelijkheden:
  • 1. Zone invoegen
    Gebruik deze button om een zone in te voegen zonder daarbij een object aan te maken.



  • 2. Genereer object
    Gebruik deze button om van je geselecteerde HTML code een zone en een object te maken. De geselecteerde HTML code wordt in het aangemaakte object geplaatst.



Vul een zone en objectnaam in en geef aan of het een lokaal of Globaal object moet worden.

  • Lokaal; alleen voor deze template beschikbaar object.
  • Globaal; voor alle templates beschikbaar object is.

Voor meer informatie over objecten, zie het hoofdstuk over objecten. Als alle variabele onderdelen van je template zijn omgezet naar zones, kun je de e-mail gaan opmaken.

Eigenschappen

Eigenschappen (properties) worden gebruikt om de variabele inhoud binnen een object aan te geven. Er zijn een aantal verschillende type eigenschappen, namelijk Tekst, HTML, Afbeelding, Link/URL, Numeriek en Keuzelijst. Op het moment dat het object in een zone wordt gesleept, kunnen de waarden voor de eigenschappen ingevuld worden.


Voor het toevoegen van een nieuwe eigenschap gebruik je het plusje.

Na het aanmaken van de eigenschappen kun je door middel van het pijltje de eigenschap opnemen in de HTML code, op de plek waar op dat moment de cursor staat. Met het vuilnisbakje kun je een eigenschap verwijderen.

Nadat je op het plusje hebt geklikt, geef je de eigenschap een naam en kiest het type van de eigenschap.

Eigenschap tekst

Bij de keuze van het type tekst krijg je de mogelijkheid een tekstvlak/regel op te nemen. Bijvoorbeeld een titel.

Eigenschap HTML

Bij de keuze van het type eigenschap HTML krijg je de mogelijkheid om een stuk tekst op te nemen in je e-mail. Binnen een HTML eigenschap is het ook mogelijk om gepersonaliseerde informatie in de e-mail op te nemen. Bij het opmaken van de e-mail kan dan via een link klantengegevens worden opgenomen.

Eigenschap afbeelding

Bij de keuze van het type afbeelding krijg je de mogelijkheid om de hoogte en de breedte van de afbeelding in te geven. Een afbeelding die vervolgens later in de e-mail wordt toegevoegd moet dan exact deze hoogte en breedte hebben.

Eigenschap link/URL

Bij de keuze van het type Link/URL kun je vervolgens aangeven of het een campagnelink of een externe moet zijn. Een campagne link is een verwijzing naar een Deployteq campagne object. De externe link is een verwijzing naar een externe pagina.

Eigenschap numeriek

Bij de keuze van het type Numeriek kun je aangeven of het een getal met of zonder decimalen betreft.

Eigenschap keuzelijst

Bij de keuze van type keuzelijst stel je vervolgens een lijst van mogelijke waarden en omschrijvingen op. De waarde is hetgeen in de HTML code wordt opgenomen en de omschrijving is hetgeen waaruit de gebruiker kan kiezen.

De eigenschappen die je hebt aangemaakt kun je vervolgens in alle lay-outs van je object gebruiken.

Lay-outs

Een lay-out is een bepaalde weergave van het object. Denk daarbij aan een nieuwsitem met een afbeelding aan de linkerkant (layout1) of rechterkant (layout2). De eigenschappen van het object kunnen in alle lay-outs gebruikt worden. Met onderstaande buttons kun je een lay-out kopiëren, een nieuwe aanmaken, of verwijderen.


In de Lay-out editor kun je vervolgens de lay-out verder opmaken.



Indien je in een e-mail een object met meerdere lay-outs toevoegt, kun je vervolgens de gewenste lay-out kiezen.

In de object-, template- en teksteditor kun je gebruik maken van klantvelden, klant-optievelden, handmatige velden of een huidige datum. Hiervoor gebruik je het drop-down menu 'invoegen', links-boven in de editor.


Na het selecteren van de in te voegen velden, kun je deze in het detailpanel aan de rechterkant van het scherm verder definiëren. Bij het invoegen van een datumveld is het definiëren niet nodig.


Je kiest vervolgens het type veld, het betreffende veld en mogelijk een standaardwaarde. Eventueel kun je in een lay-out ook weer gebruik maken van een filter op de gekozen velden.

  • Keuze ontvanger of verzender type.

  • Kies het gewenste Deployteq basis-, klantoptie of handmatige veld.

Indien je een standaardwaarde ingeeft, zal deze waarde worden gebruikt indien er in het geselecteerde veld geen waarde is ingevuld.

Filters (modifiers)

Voor het aanmaken van een nieuw object ga je naar het menu-item Objecten. Klik daar op de button “nieuw object”. Vervolgens selecteer je een volledig leeg object of een kopie van een eerder aangemaakt object.



Je geeft het object een naam en komt op een leeg editor scherm. Hier begin je aan de opmaak van het object.



Je ziet in het onder- of naast gelegen preview scherm wat je als HTML code opvoert. De positie van de HTML code wordt grijs als je een afbeelding of content selecteert.

Standaard zijn alle objecten beschikbaar voor een zone. Indien je wenst dat een zone alleen specifieke objecten mag bevatten dan stel je dit als volgt in. Je klikt op de zone tag: "Template:Zone name=’zone1’" in je template. In het detailpanel worden de details van de zone weergegeven. In het tabblad basis staat de naam van de zone.


In het tabblad Lay-outs vind je de lijst van alle (lokale en globale) objecten voor deze template. Per object kun je aanvinken welke lay-outs beschikbaar mogen zijn voor de betreffende zone. Indien je het vinkje plaatst voor het object mogen alle beschikbare lay-outs gebruikt worden.



Indien een object meerdere lay-outs bevat is het ook mogelijk om alleen specifieke lay-outs beschikbaar te stellen. Zet een vinkje voor de lay-out die gebruikt mag worden in deze zone.


In de HTML code wordt de volgende waarde opgenomen.